© Damon Educatie

Login

Home
Lesmateriaal
Deel 1
Hoofdstuk 2
Paragraaf 7

Begrippen

Bekijk begrippenlijst

Paragraaf 7Test jezelf hoofdstuk 2

Op deze 'Test jezelf' pagina kun je testen of je de stof van hoofdstuk 2 goed beheerst. Klik na het invullen van de test op 'bekijk score' om te zien welke vragen je goed en fout hebt beantwoord. Eventueel kun je de gehele test printen. (Klik daarvoor op 'download')
Succes!

Opdrachten

Vraag 1

Welke uitspraken zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 uitspraken juist of onjuist zijn.)

a.We hebben gezien dat het feest van het licht uitsluitend in Europa en Amerika wordt gevierd.

b.Fotosynthese betekent dat je foto’s kunt maken als het donker is.

c.Fotosynthese betekent dat je maar heel weinig licht nodig hebt om foto’s te maken.

d.Wellness hotels bieden soms lichttherapie aan.

e.De uitspraken a., b., c. en d. zijn allemaal onjuist.

Vraag 2

Welke uitspraken zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 uitspraken juist of onjuist zijn.)

a.We hebben gezien dat zonlicht bijdraagt aan gezondheid, voedsel en je zelf kunnen oriënteren.

b.‘Iets donker inzien’ betekent dat je hoopvol bent gestemd.

c.‘Dat komt aan het licht’ betekent: dat wordt bekend.

d.We hebben twee gedichten gelezen waarin duisternis ook het goede kan betekenen.

e.De uitspraken a., b., c. en d. zijn allemaal onjuist.

Vraag 3

Welke uitspraken zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 uitspraken juist of onjuist zijn.)De oude Germanen ontstaken in de donkere tijd van het jaar joelvuren.

a.De oude Germanen ontstaken in de donkere tijd van het jaar joelvuren.

b.Sol Invictus is het Latijnse woord voor keizer.

c.Keizer Constantijn hielp de christenen maar bleef de Romeinse zonnegod aanbidden.

d.Historisch staat vast dat Jezus van Nazaret op 25 december werd geboren.

e.De uitspraken a., b., c. en d. zijn allemaal onjuist.

Vraag 4

Welke uitspraken zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 uitspraken juist of onjuist zijn.)

a.De Romeinen vierden tijdens het lichtfeest op 25 december ook de geboortedag van keizer Constantijn.

b.Tijdens de eerste eeuwen van het christendom werd de geboorte van Jezus niet gevierd.

c.Christenen hebben het vieren van de geboorte van Jezus verbonden met het Romeinse lichtfeest.

d.Omdat Jezus ‘het licht voor de mensheid’ wordt genoemd paste diens geboorte goed bij het lichtfeest.

e.De uitspraken a., b., c. en d. zijn allemaal onjuist.

Vraag 5

Welke uitspraken zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 uitspraken juist of onjuist zijn.)

a.Zowel het aansteken van kaarsen als de uitgebreide maaltijd met kerst gaan terug op oude Germaanse gewoonten.

b.Het knallen met oud en nieuw heeft niets met de oude Germanen te maken omdat zij het buskruit nog niet kenden.

c.De oude Germanen gebruikten dennentakken en vruchten bij het winterse zonnewendefeest dat ook een vruchtbaarheidsfeest voor hen was.

d.‘Rite’ is een ander woord voor symbool.

e.De uitspraken a., b., c. en d. zijn allemaal onjuist.

Vraag 6

Welke uitspraken zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 uitspraken juist of onjuist zijn.)

a.In het verhaal van Dickens is Scrooge een arme oude man met wie medelijden kreeg tijdens het kerstfeest.

b.Charles Dickens was ook de regisseur van de film die van zijn verhaal werd gemaakt.

c.Het verhaal van Dickens is een kerstverhaal omdat het zich afspeelt in de tijd rond kerst.

d.Scrooge gaat aan het eind van het verhaal naar de nachtmis.

e.De uitspraken a., b., c. en d. zijn allemaal onjuist.

Copyright © 2024 Wijs Worden VMBO | Disclaimer - Webdesign & CMS by Downdijk